Revell Space Shuttle Discovery & Booster

De ontwikkeling van een transportsysteem met herbruikbare hoofdcomponenten voor NASA begon in 1972 bij North American Rockwell en een aantal andere bedrijven. Het totale gewicht van de kant-en-klare spaceshuttle is 2.055 ton. Het kan een lading van 30 ton in een baan om de aarde brengen tot 965 km boven de aarde. Het prototype van de Enterprise-orbiter werd in 1976 voltooid. De Enterprise werd gebruikt om de vlucht- en landingskenmerken in de atmosfeer te testen en om de spaceshuttle te ontwikkelen. De eerste spaceshuttle die op 12 april 1981 werd gelanceerd, was de Columbia. Vanaf 1983 intensiveerde NASA zijn wetenschappelijke experimenten en strategische militaire activiteiten in samenwerking met de Amerikaanse luchtmacht met de voltooiing van verdere orbiters. Communicatie- en onderzoekssatellieten werden de ruimte in getransporteerd, reparaties werden ter plaatse uitgevoerd en het Amerikaanse ruimtestation werd opgezet en ingezet. De Challenger werd voor het eerst gelanceerd op 4 april 1983. De Discovery vertrok voor het eerst op 30 augustus 1984. Sinds 3 oktober 1985 is de vierde spaceshuttle, de Atlantis, voor 26 missies gebruikt. The Endeavour werd voor het eerst gelanceerd op 7 mei 1992. Aan deze shuttle zijn talloze nieuwe apparaten en computers toegevoegd, waardoor de mogelijkheden zijn uitgebreid. De orbiters kunnen maximaal 28 dagen in de ruimte blijven. De enorme structurele en thermische belastingen waaraan ze worden blootgesteld tijdens het opstijgen en landen, vereisen constante inspectie en onderhoud van alle componenten, evenals verbeteringen aan de uitrusting. Het hitteschild aan de voor- en onderkant van de spaceshuttle is bijzonder belangrijk en moet regelmatig worden gecontroleerd en gerepareerd. De Challenger ging in 1986 verloren en de Columbia in 2003 als gevolg van twee tragische ongevallen waarbij de hele bemanning omkwam. Vluchten werden hervat na een onderbreking van twee jaar en ingrijpende wijzigingen aan de orbiters en de hoofdtank. Toen het op 9 augustus 2005 landde op Edwards Air Force Base, Californië, bracht de 31e vlucht van de Discovery NASA's 114e spaceshuttle-missie tot een goed einde. Als de shuttle-vluchten de komende jaren worden hervat, gaat de bouw van het internationale ruimtestation ISS gewoon door. Ook het Europese ruimtelaboratorium Columbus zal deelnemen.

• Te openen bagageruimtedeuren
• Beweegbare lanceerarm
• Externe brandstoftank met twee raketten voor vaste brandstof
• Mobiel lanceerplatform
• Drie gedetailleerde eindtrappen van de raketmotor

Super stickers:

• Orbiter Enterprise, Discovery, Atlantis, Endeavour vóór 1998
• Orbiter Enterprise, Discovery, Atlantis, Endeavour na 1998